Méo-Camuzet
De naam Méo-Camuzet is onlosmakelijk verbonden met Bourgogne en de prachtige wijnen die de streek voortbrengt.
Eind 19e eeuw is Etienne Camuzet (1867-1946) burgervader van Vosne-Romanée en na de Eerste Wereldoorlog krijgt hij de kans om het kasteel van Clos de Vougeot te verwerven, met bijhorende wijngaarden. Door zijn drukke politieke agenda besluit hij het kasteel te schenken aan de Confrérie des Chevaliers du Tastevin. Hij behoudt zelf 3 hectaren wijngaard onder andere in de Grand Cru ‘Clos de Vougeot’, die nu nog steeds in familiebezit zijn.
Via Etienne’s dochter, Maria Noirot-Camuzet, komen de wijngaarden uiteindelijk in handen van Jean Méo die ook het pad van de politiek bewandelt. Het werk in de wijngaarden wordt dan ook uitbesteed aan pachters, waaronder de legendarische Henri Jayer. De druiven worden deels door de pachters gevinifieerd en deels verkocht aan handelaars.
In 1984 stelt Jean voor aan zijn zoon Jean-Nicolas om het domein over te nemen. Deze twijfelt eerst, maar gaat dan toch akkoord en voert meteen enkele belangrijke veranderingen door. Vanaf nu zal er wijn gebotteld worden onder de eigen naam Méo-Camuzet en worden de pachtovereenkomsten afgebouwd. Jean-Nicolas leert het vak van Henri Jayer, waardoor het geen toeval is dat de stijl van de wijn doet denken aan die van Jayer, die vroeger op de velden van Camuzet onder zijn eigen naam wijnen kon voortbrengen. Sindsdien is de naam en faam van Méo-Camuzet enkel blijven groeien en is deze nu synoniem met grote, rode Bourgogne met een uitstekend bewaarpotentieel.
In onze juni veiling vindt u deze prachtige wijnen in loten 1338 – 1371, waaronder 14 Jeroboams ‘Clos de Vougeot’ uit de jaren ’90 en 2002 !
Eind 19e eeuw is Etienne Camuzet (1867-1946) burgervader van Vosne-Romanée en na de Eerste Wereldoorlog krijgt hij de kans om het kasteel van Clos de Vougeot te verwerven, met bijhorende wijngaarden. Door zijn drukke politieke agenda besluit hij het kasteel te schenken aan de Confrérie des Chevaliers du Tastevin. Hij behoudt zelf 3 hectaren wijngaard onder andere in de Grand Cru ‘Clos de Vougeot’, die nu nog steeds in familiebezit zijn.
Via Etienne’s dochter, Maria Noirot-Camuzet, komen de wijngaarden uiteindelijk in handen van Jean Méo die ook het pad van de politiek bewandelt. Het werk in de wijngaarden wordt dan ook uitbesteed aan pachters, waaronder de legendarische Henri Jayer. De druiven worden deels door de pachters gevinifieerd en deels verkocht aan handelaars.
In 1984 stelt Jean voor aan zijn zoon Jean-Nicolas om het domein over te nemen. Deze twijfelt eerst, maar gaat dan toch akkoord en voert meteen enkele belangrijke veranderingen door. Vanaf nu zal er wijn gebotteld worden onder de eigen naam Méo-Camuzet en worden de pachtovereenkomsten afgebouwd. Jean-Nicolas leert het vak van Henri Jayer, waardoor het geen toeval is dat de stijl van de wijn doet denken aan die van Jayer, die vroeger op de velden van Camuzet onder zijn eigen naam wijnen kon voortbrengen. Sindsdien is de naam en faam van Méo-Camuzet enkel blijven groeien en is deze nu synoniem met grote, rode Bourgogne met een uitstekend bewaarpotentieel.
“There is excellent richness to the velvety and seductively textured medium-bodied flavors that possess excellent power and plenty of verve on the mouth coating and impressively long finish. This is now drinking perfectly as the supporting tannins are almost completely resolved and it should continue to do so for many years to come as the balance is impeccable. An excellent Clos de Vougeot”. (93/100) door Allen Meadows (Burghound) over de 1993 in een notitie uit 2011.
In onze juni veiling vindt u deze prachtige wijnen in loten 1338 – 1371, waaronder 14 Jeroboams ‘Clos de Vougeot’ uit de jaren ’90 en 2002 !